verslag van Frankrijk
Verslag van de GR 5...Een eindeloos pad
Donderdag 09-07-2015
St. Sauveur de Tinee (503 m) - col D'Andrion (1690 m)
Als we om 5.30 U op pad gaan zien we weinig mensen op straat. Alleen de zwaluwen zijn al druk doende. We lopen het verlaten dorpje door en onderweg zien we dat waarschijnlijk een of ander dier met ons gister weggegooid eten aan de haal is gegaan. De vuilnisophaaldienst is in het dorp druk in de weer en wil waarschijnlijk ook, net als wij, de hitte ontlopen. Al spoedig (8.30 Uur) komen we aan in het dorpje Rimplas. Bij het eerste hotel zitten al wat Nederlandse motorrijders smakelijk te ontbijten en we besluiten ons hierbij aan te sluiten. Een fraai dorpje. Het is groter als we in gedachte hadden. De overige winkels zijn dan nog dicht.
We lopen verder richting het dorpje Boline. Daar zijn we om 10.00 uur. We maken even halt bij een internaat voor musici. Buiten het gebouw horen we de studenten oefenen en we genieten er van, zo op het muurtje in het zonnetje. Al verder lopend doen we ons nog even tegoed aan wat overhangende rode- en witte bessen. Je proeft gewoon de zon aan deze rode bessen.
Rond het middaguur komen we aan in St. Dalmas-Valdeblore waar we bij een restaurantje een heerlijke pasta maaltijd nemen. Onze Zwitserse vrienden, die we een dag eerder op de berg ontmoette, zitten daar ook te eten . Na de maaltijd doen we tukje bij de kerk onder een dikke boom, even uit die verstikkende hitte. Na een aantal uurtjes gaan we verder. Om 16.00 Uur staan we op de col du Vairaire ( 1710 m) Weer een hele trippel hoor en lopen verder tot col des deux Caires (1921 m) Daar zijn we 16.45 Uur. Op de graat komen we een schreeuwende herder tegen die z’n honden maar niet onder controle blijkt te kunnen houden. Of het aan de herder of de honden ligt weten we niet.
Om 20.00 Uur komen we bij een oud en verlaten kerkje aan. Het is nabij oude barakken die tegenwoordig dienst doen als vakantieverblijf. Er heerst een sfeer van muf, door God verlaten sfeer.
We moeten nog even verder lopen om aan het enige waterpunt te komen sinds lange tijd. Dat was net op tijd. De rillingen lopen over m'n lijf als ik gulzig teveel ijskoud water tot me neem. We lopen een klein stukje verder en komen dan aan op de col d’Andion. Er staat een verlaten bankje en een tafeltje op ons te wachten en we besluiten daar te overnachten. Iets verderop staat nog een klein tentje. We zijn dan op een hoogte van 1680 meter. Het is bijna donker. Tijd voor het bed. We zijn moe en voldaan.